“Waar ligt de grens van het menselijk vermogen?”

21 maart 2024

Die vraag stelde Rob Plijnaar zichzelf tijdens zijn jaren als hardloper. Als mede-­eigenaar van Hotel Mitland zette hij naast zijn werk in het hotel vanaf zijn 30ste verdienstelijke tijden neer als marathonloper, maar echt de grens opzoeken was dat niet voor hem. Toch waren tijden ruim onder de drie uur voor hem geen uitzondering.

Toen hij in 2008 stopte als hardloper, kreeg hij een boek over ‘Extreme running’ van zijn zoon Jort. Het betekende een ommekeer. Rob werd gegrepen door de verhalen over hardlopen door de woestijn, in het hoog gebergte of op de Poolkap. De reden voor het stellen van deze vraag komt voort uit wat zijn ouders in de Tweede Wereldoorlog meemaakten. Veel werd er niet over gesproken, maar in het leven van vader en moeder Plijnaar werd de grens van wat een mens kan meemaken in die periode wel bereikt. Rob dacht veel na over die vraag. Hij zocht het antwoord dus in het hardlopen. En niet onverdienstelijk.

Ultra marathon
Zijn eerste ultra marathon was in de Marokkaanse Sahara. In 2008, op 57-jarige leeftijd, liep de hotelier de Marathon des Sables. Een race in vijf etappes van in totaal 250 kilometer door de woestijn en met 15 kilo aan bepakking. En dat bij extreem hoge temperaturen tot wel 53 graden. Rob Plijnaar werd gegrepen door ultra marathons. Logische vraag: had hij de grens van het menselijk vermogen aangetikt? “Na de finish was ik fysiek natuurlijk kapot, maar al snel kwam ik tot de conclusie dat ik die grens niet had bereikt”, blikt Rob terug. “Ik schakelde snel door.”

Requiem van Mozart
Want het kon nóg extremer. Rob nam in 2009 deel aan de North Pole Marathon. Op de 90ste breedte graad liep hij ‘op het dak van de wereld’ een marathon bij temperaturen die schommelden tussen de -30 en -47 graden. Het tempo lag vanzelfsprekend een stuk lager. Het lopen over het ijs ging voorspoedig en in de laatste kilometers maakte zich een euforisch gevoel meester van Rob. “Ik luisterde naar het Requiem van Mozart in mijn koptelefoon en toch was ik in een absolute juichstemming.” Rob volbracht de marathon op de Noordpool in zes uur tijd. En nog had hij zijn grens niet bereikt. Vervolgens liep Plijnaar in 2010 door de droogste en hoogstgelegen woestijn op aarde, de Atacama woestijn in Chili. In vijf etappes zou hij weer 250 kilometer lopen. “Nu bereikte ik wél de grens van het menselijk kunnen. In de laatste etappe, na 220 kilo meter, was plotseling de accu leeg. Ik ben uitgestapt, maar voor mij was de missie toch
geslaagd. Jammer die laatste 30 kilometer.”

Maat vol?
Wie zou denken dat hiermee de maat vol was, heeft het mis. De Utrechter liep in 2011 in Zwitserland de Jungfrau marathon. Het was zijn derde marathon dat jaar, na de ‘gewone’ in Utrecht en Stockholm. Maar echt hoog zijn die bergen in de Zwitserse Alpen niet, zie je Rob Plijnaar denken.

Race op 5000 meter hoogte
Na een minutieuze voorbereiding start Rob in 2015 in de Mount Everest Marathon. Een race op een hoogte van 5000 meter over de traditionele afstand van 42 kilometer en 195
meter. Het is rennen, klimmen en klauteren, stijgen en dalen. Plijnaar doet er een dikke 10uur over. Rob formuleerde er zijn nieuwe doel: op ieder continent een marathon. “Zou
het niet geweldig zijn als ik, 65 jaar oud, de eerste Nederlander zou zijn op de Internationale Grand Slam lijst?”, bedacht hij. Zo gezegd, zo gedaan. In 2016 plande Plijnaar drie marathons. Hij liep in Florida en deed de Perth Marathon in Australië. Sluitstuk was de Antarctica Ice Marathon. “Ik ben toen als eerste Nederlander toegetreden tot het selecte gezelschap van de Marathon Grand Slam Club. Ik had op alle zeven continenten én de Noordpool marathons gelopen.”

Laatste hardloopmeters
Maar ook nu is Rob Plijnaar niet klaar. Een jaar later loopt hij de marathon op de Chinese Muur. In 2018 deed hij ook nog de Jungle Marathon in Indonesië en tijdens de Coronaperiode in 2020 organiseerde Rob zijn eigen loop. Dit werd het sluitstuk. Hij startte in zijn eentje op 2600 meter van Pradollano in de Sierra Nevada naar Granada. Het werden zijn laatste hardloopmeters. Als hij uitwijkt voor een vrachtauto klapt zijn voet dubbel en valt hij. De finish bereikt hij wel, maar hij besluit dat het zo goed was. Hij hangt zijn loopschoenen aan de wilgen. Hij heeft genoeg gerend.

Wie denkt dat Rob Plijnaar nu achter de geraniums zit als hij niet aan het werk is voor Hotel Mitland, heeft het volstrekt mis. “Ik blijf graag in beweging, ook nu ik door een kapotte knie niet meer kan hardlopen. Daarom fiets ik dagelijks.” Hoeveel dan? “Zes dagen per week fiets ik 60 kilometer!”

Lees hier ons Mitland Magazine!

Klik hier