“De keuken lijkt tegenwoordig wel een laboratorium”

21 maart 2024

Jos van Oosterhout (1959) kwam 45 jaar geleden bij Mitland in dienst. De Food & Beverage manager zag veel veranderen, maar sommige dingen zijn volgens hem nog precies hetzelfde. “Negentien jaar was ik. Net klaar met school en ik wilde meteen gaan werken. Mitland heette in die tijd nog de Mitbanen. Toen al een begrip in Utrecht. De zaken verliepen zo voorspoedig dat het complex kon worden uitgebreid met een restaurant, waar plaats was voor ongeveer 80 gasten. Dat leek me wel wat. Ik mocht direct vanaf de opening mee komen helpen om van dit nieuwe onderdeel een succes te maken. De menukaart was nog niet zo uitgebreid als nu. Tosti’s en schaaltjes met saté en vooral bitterballen waren zeer in trek. Op de tafels stonden de eerste fonduepannen gezellig te spetteren. De mannen bestelden een pils of een colaatje vieux. De dames hielden van sherry, rosé of een zoete Duitse witte wijn. De rekening noteerden we achter op een bierviltje. Iedereen betaalde nog contant. Als mensen niet konden betalen, schreven we het openstaande bedrag ‘op de lat’. Nederland ontdekte het uitgaansleven en
‘stappen’ kreeg geleidelijk een andere betekenis.

Met de komst van het hotel moest er natuurlijk ook een serieuze maaltijd op tafel komen voor onze gasten, dagelijkse kost zoals biefstuk of een mootje gebakken zalm. Als dessert een dame blanche of een sorbet met een parasolletje. Begin jaren negentig stond er zelfs een aquarium met levende kreeften in de zaak. Er bleek weinig vraag naar kreeft, dus de bak met zeewater verdween al snel weer. Gelukkig liep het hotel wel als een trein. De fonduepan maakte plaats voor de gourmetplaat en er kwam wat meer variatie in het menu. We hadden in die jaren heel wat bedrijfsfeesten en ontvingen vele personeelsverenigingen. Een beetje humor mocht natuurlijk niet ontbreken. Als een Engelse gast informeerde of we ook ‘mussels’ hadden, dan lieten we onze gespierde armen zien.

We maakten lange dagen van soms wel 14 uur achtereen. Maar niemand klaagde. Op sloten koffie en even buiten een sigaretje roken, hielden we het wel vol op die leeftijd. Na afloop namen we met elkaar altijd nog even de waan van de dag door. En dan rond 3 of 4 uur doodmoe maar voldaan je bed in. De keuken lijkt tegenwoordig wel een laboratorium met al die beeldschermen en geautomatiseerde systemen. We hebben cocktails en mocktails en een uitgebreid vegetarisch aanbod. Er is cafeïnevrije cappuccino met sojamelk en thee van dungesneden verse gember met honing en een schijfje sinaasappel. Er is muesli, cruesli en linksdraaiende yoghurt. En de gourmetplaat heeft plaatsgemaakt voor de tafelgrill. Mijn onvolprezen, waanzinnig betrokken medewerkers in de keuken en in de bediening zijn niet langer het buigende ‘knipmes’ van vroeger met zwart vestje. We dragen nu donkerblauwe shirts, hippe groene schorten en lopen op sneakers. Maar we zijn 45 jaar later nog steeds net zo dienstbaar en gastvrij als op de eerste dag dat ik bij Mitland begon. En we kunnen dan misschien niet iédere wens vervullen, we doen wel vreselijk ons best.”